María Marín presenteert een muzikaal verhaal, waarbij ze vakkundig de verschillende draden van haar primaire vormen van artistieke expressie door elkaar weeft:
Als een geleerde, klassieke uitvoerder onderzoekt en herleeft ze de klanken van haar eerste muzikale invloeden, door de werken van gevierde componisten zoals Fernando Sor te doorlopen.
Als een autodidactische flamencokunstenares vangt ze intuïtief de essentie van Spaanse volksmelodieën die haar vergezellen sinds haar kindertijd, wat leidt tot een diepgaande verkenning van de kunst van het flamenco zingen.
Uiteindelijk komt de schepper tevoorschijn om moeiteloos de vorige twee aspecten samen te voegen om een onderscheidende identiteit te smeden als gitarist en zangeres. Haar originele composities vormen een brug tussen traditie en innovatie, waarbij ze artiesten uit diverse domeinen samenbrengt (variërend van jazz en hedendaags tot klassiek en flamenco) voor een boeiende aanwezigheid op het podium.
Deze veelzijdige vertoning wekt reminiscenties op aan Muziek in de Tijd van Goya, Lorca en zijn liefde voor flamenco, en Enrique Montoya. De synthese van deze drie elementen, verbonden met haar identiteit als vrouwelijke schepper, vormt een harmonieuze driehoek: Las Tres Marías.